ONBEPERKT LEKKER ETEN VOOR EEN BEPERKT BUDGET
Ooit spaarden we postzegels, suikerzakjes of – in een recenter verleden – KLM-huisjes. Tegenwoordig leggen we massaal collecties pleepapier en blikken tonijn aan. Overigens doe ik daar niet aan mee, want ik verzamel al jaren iets waar je in deze tijd veel meer aan hebt: recepten uit arme keukens. Die verzamelwoede liep ooit zo uit de hand, dat ik afstudeerde op kookboeken in oorlogstijd.
Wie denkt dat daar culinair gezien weinig aan is, heeft het mis: de arme keukens blijken enorm rijk van smaak. Bovendien blijkt beperking achter het fornuis een enorme boost voor creativiteit.
De Italiaanse keuken illustreert dat als geen ander, want de lekkerste gerechten uit de Laars komen bijna allemaal uit de cucina povera, de armeluiskeuken. De klassieker spaghetti aglio, olio e peperoncino bijvoorbeeld, waar je niet meer dan knoflook, olie en een gedroogd rood pepertje voor nodig hebt. Ook niet te versmaden: acquacotta. Het betekent letterlijk ‘gekookt water’ en hoewel dat misschien niet heel aantrekkelijk klinkt, is deze broodsoep één brok smaak.
Ook in de rest van de wereld zetten de armste koks vaak gerechten met een extreem hoog comfortfoodgehalte op tafel. Zo bedachten Spaanse herders een onovertroffen ontbijt op basis van gebakken broodkruim: migas de pastor. Ook de Cubaanse ropa vieja (letterlijk: oude vodden) en de Poolse Krupnik (een soep op basis van gerst) zijn even smakelijk als troostrijk.
Het leuke is: al die recepten zijn opeens weer heel relevant. Niet omdat er schaarste is (tenminste, als we gewoon ophouden met dat idiote gehamster), wel omdat de arme keuken naadloos aansluit op alle trends die er op dit moment in de culinaire wereld spelen. Duurzaam? Check. Seizoensgebonden? Check. Bijna helemaal vegetarisch? No waste? Lokaal? Check, check, checkerdecheck.